Het concept bepaalt voor een groot stuk je kostprijs. Een professioneel live webinar, bijvoorbeeld, vraagt hightech apparatuur en specifieke kennis, die je mogelijk moet inhuren. Bovendien bereik je maar een beperkt publiek. In verhouding met het bereik maak je dus veel kosten. Het prijsverschil met een Q&A-chatsessie is enorm.
Onder ‘didactisch ontwerp’ vallen onder meer je leerinhouden en media. Laat ons een open deur intrappen: een korte opleiding via e-leren kost minder dan een lange. Meer nog, omdat je in een lange cursus meer wilt (moet) afwisselen, zorg je ook voor meer en gevarieerde media.
Alle media kosten geld, het ene medium al wat meer dan het andere. Tekst is relatief goedkoop. Een praktijkvertaling in virtual reality kost wat meer, maar heeft ook heel wat andere troeven. Hoe complexer, hoe meer tijd en netto kostprijs je moet inrekenen.
Bedenk ook dat je voor de ontwikkeling van complexe onderdelen vaak een beroep doet op experten. Je zal daarom tijd en geld moeten steken in projectmanagement.
Je kostprijs wordt ook bepaald door een aantal praktische keuzes.
Neen, je hoeft niet terug te grijpen naar stencils of atomaschriftjes. Wat je wel moet doen, is je grondig voorbereiden en altijd je blik op het geheel richten. Al bij de ‘D’ van ADDIE – development – start je met het monitoren van budget versus kosten. Houd je tijd ook structureel bij. Kijk wat materiaal je kost en ontwikkel hulpmiddelen als templates. Zo jaag je je efficiëntie de hoogte in.
Dit alles zal je sowieso helpen om de kosten correct in te schatten én om kosten te besparen bij de ontwikkeling van je toekomstige e-leren.