Wat kost zelf content (laten) maken?

Daar valt geen prijs op te plakken. Dat hangt immers van zoveel factoren af. Welk type content heb je nodig, welke experten schakel je in? In dit artikel overlopen we de meestvoorkomende contenttypes en de bijbehorende kostenposten. 

Een verhelderend filmpje betekent vaak een wereld van verschil bij e-leren. De kans dat je vroeg of laat video wilt verwerken, is dus groot. Bij de productie van zo’n video komt nogal wat kijken. Het ene filmpje is uiteraard complexer dan het andere, maar dit stappenplan geeft alvast de grote lijnen weer. 

1. Projectmanagement en visie

De weg naar een goed filmpje start bij de beslissing om er een te maken. Je zal dus overheadkosten moeten incalculeren: iemand beslist namelijk over het uitzicht en de inhoud. Ook voor de didactische en motiverende elementen heb je specifieke expertise nodig. Meestal zal de instructional designer of learning experience designer hier stevig de touwtjes in handen hebben. 

Hoe bereken je nu die overheadkosten? Je beschrijf ze best procentueel op basis van je totaalkost. Het is zeker niet ondenkbaar dat deze kostenpost 15%-25% van je totaalbudget inneemt. 

2. Scripting

Je video heeft inhoud nodig. Er moet een script geschreven worden. Een kennisclip (een video waarin je een bepaald onderwerp uitlegt) vraagt bijvoorbeeld om een enthousiasmerende tekst die een acteur voor je inspreekt. 

Meestal schrijf een copywriter het script. Al kan je dat ook zelf doen als je een duidelijk idee hebt van wat je wilt. De filmpjes bij e-leren zijn meestal kort en bondig, dus de scripts zijn ook behapbaar. 

3. Het storyboard

Hoe zullen de opeenvolgende beelden eruitzien? Welke objecten en elementen moeten er op het scherm verschijnen? Het storyboard moet je zien als een stappenplan, de visuele (of schriftelijke) voorstelling van je video. 

Wat kost het maken ervan? Dit is echt expertenwerk. De storyboard designer maakt het storyboard, waarna het nagekeken wordt door de instructional designer en eventueel je doelgroep. 

4. De opname

Nu pas is het tijd om te filmen. Voor de opname heb je een locatie, professioneel materiaal, een cameraploeg en acteurs of sprekers nodig. Elk van hen komt met kosten, die hoog of laag kunnen zijn. Je kan materiaal kopen of huren. Je kan een locatie huren of ‘in house’ filmen. Sowieso moet je rekening houden met de tijdskosten voor het coachen van de acteurs of sprekers en het opzetten van al het materiaal. 

5. De postproductie en editing

Nadat alle beelden gemaakt zijn, moeten ze nog samengevoegd worden tot een mooie, samenhangende video. Ook editing is een heel specifieke expertise. Een erg tijdsintensieve bovendien. Je hebt er ook een eerder zwaar programma voor nodig, zoals Adobe Premiere (Pro). Geld dat je uitspaart door geen video-editor in te huren, ben je dus al snel kwijt. 

Er zijn heel wat groeiende, jonge bedrijven die je kunnen helpen om video’s te maken. Het kost veel tijd - en vaak ook geld - maar het verschil tussen zelf doen en experten inhuren, is in dit geval erg groot.

Een animatievideo doorloopt ongeveer dezelfde stappen als een videoproductie. Alleen heb je (meestal) geen locatie en acteurs nodig, maar wel een motion designer. 

Animaties zijn over het algemeen duurder dan video’s en het is moeilijker om er zelf mee aan de slag te gaan. In onze lijst met educational technology vind je wel een aantal tools die je kunnen helpen.

Met een smartphone is echt iedereen fotograaf. Onderschat echter het verschil niet tussen een professionele foto en eentje gemaakt door een amateurfotograaf. Vaak is het ook niet vanzelfsprekend om foto’s te vinden over een heel specifiek onderwerp. 

In het artikel over content huren of kopen las je al dat er best wat fotodatabanken bestaan. In veel gevallen zal je daar al het nodige vinden. 

Wil je toch zelf foto’s maken en eventueel je eigen fotodatabank aanleggen, dan moet je rekening houden met kosten voor de fotograaf (en eventueel materiaal), een locatie, personen en objecten die je wil fotograferen en het (eventuele) bewerken van de foto’s.

Je zal sowieso tekst nodig hebben, zeker als je asynchroon werkt. Behandel de teksten niet stiefmoederlijk: taal en stijl zijn enorm belangrijk. Overweeg daarom een copywriter in te schakelen. Die geeft al je teksten een overkoepelende stijl, garandeert dat er geen stijl- en spelfouten in je teksten staan en zorgt dat je tekst aangenaam leest. 

Schrijf je toch je teksten zelf, laat een editor dan alles nalezen. Die zet de puntjes op de i en de d’s en t’s op de juiste plaats. 

Denk bij de A(nalyse)- en het D(esign)-gedeelte van het ADDIE-model goed na over de contentkosten. Welke content(vorm) past het best bij de leerervaring die je voor ogen hebt en welke experten kunnen je helpen? 

Omdat er zoveel verschillende bedrijven zijn, vraag je best een aantal offertes en eventueel voorbeelden van hun werk op.