Je maakt een prototype van je cursus om het algemene concept te tonen aan je lesgevers of opdrachtgevers. Zo krijg je snel goedkeuring voor je verder gaat met de tweede stap: je cursus ontwikkelen.
Een prototype hoeft niet uitgebreid te zijn. Meestal volstaan een paar pagina’s om je prototype te tonen. Je maakt het best een prototype van pagina’s met een verschillende structuur, bijvoorbeeld een pagina met een afbeelding en tekst, een tweede pagina met een interactieve taak en een derde pagina met tekst. Zo toon je een volledig overzicht.
Naast het prototype maak je een korte samenvatting van je cursusplan. Die geeft een volledig idee van hoe je cursus er zal uitzien.
Je prototype en de samenvatting geven je opdrachtgevers alle informatie die ze nodig hebben om je cursus groen licht te geven.
In de vorige fase, de ontwerpfase, stelde je vast welk lesmateriaal je wilt gebruiken. Tijdens de ontwikkelingsfase maak je dat lesmateriaal.
Hou rekening met deze overwegingen:
Wanneer je je cursus ontwikkelt, moet je die voortdurend testen om de kwaliteit ervan te bewaken. Vraag aan een collega om de inhoud van je cursus te bekijken en op taalfouten of technische fouten te letten. Het werkt het handigste als je je cursus verdeelt in secties. Werk een sectie af en stuur die door naar de persoon die je cursus nakijkt. Intussen werk je verder aan de volgende sectie.
Vraag een aantal cursisten om de afgewerkte delen van je cursus te testen. Ook hier stuur je het best de inhoud deel per deel aan hen door. Zo kan je de feedback deel per deel verwerken, tot je tevreden bent met het resultaat.
Meet zeker ook de tijd die je cursisten nodig hebben om je cursus te doorlopen. Als de doorlooptijd langer blijkt dan je had gepland, overweeg dan om pagina’s of secties te herzien of om pagina’s met niet-essentiële informatie te verwijderen.