Waarvoor gebruik je een learning-managementsysteem (LMS)?
Wie bezig is met e-leren, hoorde vast en zeker al eens de term ’learning-managementsysteem (LMS)’. Het staat bekend als dé tool die e-leren mogelijk maakt.
Learning management betekent letterlijk ’het beheer van het leren’ of ‘het beheer van het leerproces’: je maakt dat inzichtelijk en speelt erop in. Ook de term ‘LXP’ of ’learning experience platform’ zal je niet onbekend in de oren klinken. Die legt meer de nadruk op de leerervaring – een geheel van elementen die succesvol leren mogelijk maken. Zowel LMS als LXP laten cursisten toe om digitaal te leren. Dat is de meest fundamentele functie van dit type systemen.
Het LMS als delivery-systeem
Iedereen die content maakt voor opleidingen, moet ervoor zorgen dat die content ook tot bij de cursisten raakt. Stel dat je een nieuwe, digitale en efficiënte werkvorm wilt gebruiken in je opleiding. Hoe vinden je cursisten die terug? Gaan ze naar een website? Moeten ze inloggen? Betalen?
Een LMS is, in tegenstelling tot een CMS, bijvoorbeeld, een delivery-systeem: het brengt je content tot bij de persoon die via die content zal leren. Zo’n delivery-systeem is onmisbaar voor e-leren. Het zorgt ervoor dat je cursist een digitale leeromgeving heeft waar hij alle content, leerwerkvormen en tools terugvindt. Je kan je LMS ook afschermen, bijvoorbeeld met een login of een paywall.
Heb je echt een LMS nodig?
Of je een LMS nodig hebt, hangt af van je doelstellingen. Maar voor de meeste opleidingen is het een must. Er zijn talloze LMS’en op de markt, die vaak verkocht worden als alles-in-eenoplossing. Elk daarvan heeft zijn eigen focus, zoals opleidingen verkopen, dashboards maken of geavanceerde leerpaden opbouwen.
Kan je zonder LMS een digitale opleiding organiseren? Dat kan zeker, denk aan webinars die een website, Microsoft Teams of Zoom als delivery-platform gebruiken. Een LMS biedt wel extra functionaliteiten, die op lange termijn interessanter zijn.
Hoe kies je er een?
Je zou voor een LMS met een lange lijst aan functionaliteiten kunnen kiezen. Maar vaak is het beter om gerichter te kiezen. Dat komt voordeliger uit, zowel wat prijs als kwaliteit betreft. Stel jezelf de volgende vragen voor een goed onderbouwde keuze:
1. Wat zijn je leernoden, content en werkvormen?
Je keuze voor een LMS start bij de leernoden van je cursisten en de combinatie van content en werkvormen die je gebruikt.
Het is voor je cursisten handig om via één centrale plaats toegang te krijgen tot alle content en werkvormen. Kijk dus heel bewust of je LMS aan die vereiste voldoet.
Een voorbeeld: je wilt de flipped classroom-methode toepassen en je cursisten zowel asychrone als synchrone leermomenten aanbieden. Dan moet je LMS toelaten om beide werkvormen te organiseren.
2. Welke creatiemogelijkheden heb je nodig?
De meeste LMS’en hebben een geïntegreerd contentmanagementsysteem met authoringtools. Als je een apart gebruikt, moet je dat kunnen integreren in je LMS.
Bepaal dus welke content je wilt maken en welke functionaliteiten je daarvoor nodig hebt.
3. Hoe wil je gebruikers beheren?
Wil je je cursisten onderverdelen in groepen? Hen persoonlijke leertrajecten aanbieden? Je e-leren commercieel aanbieden?
Elk LMS heeft een vorm van ’learner management’. Bijvoorbeeld: gebruikers aanmaken en accounts beheren. Sommige LMS’en gaan daar veel verder in dan andere.
4. Moeten je tools samenwerken?
Net als voor contentmanagementsystemen is het voor je keuze van LMS erg belangrijk om te kijken naar de interoperabiliteit of koppelbaarheid van je systeem. Denk aan de mogelijkheden om in te loggen. Kan dat via een single sign-on (SSO)? Wil je andere tools of databases koppelen via een API?
Bekijk ook of je LMS toelaat om externe tools te integreren. In dat geval kan je ontbrekende functionaliteiten in je LMS aanvullen.
In deze lijst van tools vind je een aantal veelgebruikte LMS’en.