Shareable Content Object Reference Model, kortweg SCORM, is een internationale standaard voor leerpaden, ook wel SCORM-pakketten genoemd. Zo’n pakket bevat alle leerinhouden van het leerpad, net als de data over de voortgang van een cursist. Het grootste voordeel is de overdraagbaarheid van de data, los van de gebruikte LMS. Vergelijk de SCORM-indeling met een USB-stick die je in gelijk welke pc inplugt om de inhoud weer te geven. De standaard is er dan ook om leren meetbaar te maken over tools en platformen heen. Weliswaar verouderd, wordt SCORM nog steeds intensief gebruikt.
In vergelijking met SCORM is Experience API (xAPI) van recentere datum: 2016. Met deze standaard kan je vanuit verschillende tools data verzamelen die het leerproces beïnvloeden. Vernieuwend is dat hij niet alleen leerresultaten in veel detail meet, maar ook gedrag.
Een voorbeeld. Je wilt het leerresultaat weten wanneer een cursist een video bekijkt. Daarvoor heb je een evaluatiemoment nodig waarin je de cursist een score toekent. En je moet weten of hij de video heeft bekeken, hoe lang en hoe vaak. xAPI slaat die info op in learning record stores. Ook activiteiten op sociale media, iemands gedrag tijdens een webinar of in een virtual reality-omgeving kan je op die manier meten en bewaren. Dat is input voor je lesgever om het leerproces bij te sturen en te optimaliseren.
Wanneer is xAPI als standaard interessant?
CMI5 is een xAPI-extensie die de brug slaat tussen SCORM en xAPI. Ze combineert de structuur van die eerste met de flexibiliteit van de tweede. CMI5 is nieuw en zorgt voor meer overdraagbaarheid. Zeker interessant voor wie vandaag SCORM gebruikt en richting xAPi wil evolueren.
Learning Tools Interoperability (LTI) is nog een ander type standaard. Deze maakt het mogelijk om verschillende tools aan elkaar te koppelen. Daardoor kan je content en tools centraliseren in een leerervaring, bijvoorbeeld via één login.
Standaarden gebruiken, zorgt voor structuur en overdraagbaarheid van content en tools. Maar wat als je tools wilt koppelen waarvoor geen standaard bestaat? Denk aan de active directory van je website, waar je cursisten een account hebben. Je wilt je cursisten met dezelfde accountgegevens laten inloggen in je LMS, maar ook in andere software. In dat geval kan je terugvallen op de Application Programming Interface (API) die je softwarepakket ter beschikking stelt. Die API’s laten data doorstromen of versturen van het ene pakket naar het andere.
De meeste LMS’en hebben een API ter beschikking. Als dat voor jou belangrijk is, informeer je dan zeker over de API’s voor je een LMS kiest. Weet wel dat je in de meeste gevallen een programmeur zal nodig hebben.
In de lijst met adviesverstrekkers vind je bedrijven die je daarbij kunnen helpen.