Kan je als opleidingsverstrekker nog zonder LTI?
Vroeger pasten cursus, puntenboekje en agenda gewoon in de aktetas. Dat is tegenwoordig wel even anders. Opleiden gebeurt hoe langer hoe meer online. Om dat alles te organiseren, is een Learning Management System (LMS) nodig. Maar niet alleen een LMS. Er is een breed aanbod aan online tools die je kan inzetten. Met Learning Technology Interoperability (of LTI) maak je het mogelijk die externe tools naadloos te koppelen aan jouw LMS. Handig!
LTI? Dat vraagt om uitleg
LTI is een technologiestandaard binnen educational technology (edtech) en staat voor Learning Technology Interoperability. De L en de T zien we ondertussen al vaker in opleidingen. Het is vooral de I van Interoperability die LTI zo interessant maakt. Het zorgt dat verschillende digitale tools binnen een groter edtech netwerk met elkaar kunnen ‘praten’, daarbij dezelfde taal spreken en dus vlot allerhande informatie kunnen uitwisselen
Stel: je bedrijf heeft een LMS. Je wil er een tool op aansluiten om opleidingen die nog traditioneel offline worden gegeven te streamen. Zelfs cursisten die naar de les komen, bekijken graag nog de opname achteraf. Om die tool te koppelen aan je LMS, gebruik je een technologiestandaard, de laatste tijd dus steeds vaker LTI.
Maar waarom wordt LTI net nu zo belangrijk? Het onderwijs- en opleidingsveld gaat door een gigantische metamorfose – aangevuurd door constante innovaties in edtech. Je ziet in scholen en organisaties netwerken van verschillende tools rond een LMS ontstaan, ook wel edtech-ecosystemen genoemd: combinaties van verschillende tools en applicaties die aan elkaar gekoppeld (moeten) zijn. Vroeger kocht je een tool die maar meteen alles moest kunnen: van scores bijhouden tot agenda en oefenplatform. In de praktijk betekende dat vaak dat die ene tool toch net niet helemaal jouw opleidingsstrategie kon realiseren.Er is nu een enorm aanbod aan edtech tools. Je kan als opleidingsvertrekker nu heel gericht kiezen welke tool het best past bij jouw organisatie. Het gaat niet meer om ‘we kopen één tool en die moet maar alles kunnen.’ Nu heb je een tool die centraal in je ecosysteem zit - meestal je LMS - waaraan je al de rest koppelt. Daarvoor heb je een technologiestandaard nodig, anders zou je allemaal ICT-maatwerk moeten toepassen. Dat is niet duurzaam en duur.
Is LTI dan onmisbaar?
LTI is handig, maar niet onmisbaar. Het is ondertussen internationaal gangbaar in het hoger onderwijs. Maar er bestaan nog andere standaarden. Organisaties werken bijvoorbeeld vaak met SCORM, een wat oudere maar zeker niet afgeschreven standaard. SCORM is – ietwat kort door de bocht – een systeem dat de e-learning die je maakte in een authoring tool omzet in een SCORM-pakket zodat je het in je LMS kan plaatsen en daar presenteren aan cursisten.
Elke standaard heeft natuurlijk zijn voor- en nadelen. Het grootste voordeel van LTI is dat verschillende edtech tools met elkaar communiceren en voor een goed-geolied ecosysteem zorgen.
Hoe gaat dat ‘praten’ concreet?
Ik ben werknemer bij een bedrijf. Ik volg een opleiding – deels online, deels offline. Het LMS houdt bij welke opleiding ik volg en wanneer, of ik daar certificaten voor behaalde, of ik naar een volgende opleiding mag... Dat is je LMS.
Daarnaast moet ik ook oefeningen maken in een oefenplatform, of misschien twee verschillende. Waar ik dan weer punten kan mee verzamelen die in het LMS moeten terechtkomen.
Het eerste wat LTI doet, is zorgen voor een single sign-on. Je hoeft als cursist of docent niet meer voor elk platform een login en paswoord in te geven. Alles gebeurt via het LMS, er wordt automatisch een account aangemaakt in de andere tools en je kan meteen beginnen.
Daarnaast komen de resultaten van je oefeningen – je learning analytics - automatisch in je LMS terecht door dat‘praten met elkaar’. Het certificaat wordt automatisch gegenereerd en je krijgt vanzelf toegang tot de volgende module.
Alles begint met je strategie
Erg belangrijk in het hele verhaal van ecosystemen voor opleidingen, is je L&D-strategie. Gewoon een ‘all-in-one’ tool (of dat belooft het toch) kopen is gemakkelijker dan er eerst goed bij te gaan zitten en na te denken: ‘We hebben een ecosysteem nodig. Wanneer leren onze lerenden? En hoe? Welk tools passen daarbij? Wat moet online, wat offline? Welke technologie hebben we echt nodig? Hoe gaan we content maken en verspreiden? Hoe verhouden de tools zich, welke standaard past bij ons businessmodel?’ Complexer, maar veel duurzamer.
Als je alle antwoorden hebt, kan je je ecosysteem beginnen uitbouwen. Het heeft geen zin om een streamingtool te hebben als afstandsonderwijs niet in je L&D strategie zit. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar heel wat tools in programma’s blijven onaangeroerd. Het is dus cruciaal om een ecosysteem te hebben met tools die niet alleen nuttig zijn, maar ook onderling perfect op elkaar afgestemd. LTI, dus.
Waarom heb ik een standaard nodig?
Allemaal goed en wel, maar heb ik dat wel nodig, zo’n standaard? Waarschijnlijk wel. De toekomst van het leren is online, offline, blended en steeds vaker zelfs in extended reality. Daar wordt een gigantische schat aan data gecapteerd, uit allemaal verschillende bronnen. Al die data moeten ergens samenkomen. Dat hoeft uiteraard niet via LTI, er zijn nog standaarden en ze hebben allemaal hun pro’s en cons. Zo lang de gekozen standaard past bij een uitgedachte strategie, ben je duurzaam bezig.
LTI is dus zeker een goede standaard als je vertrekt vanuit een ecosysteem voor je L&D afdeling. Je LMS wordt een centrale hub, waar je zoveel nuttige tools aan kan vasthangen als je nodig hebt. Doordat ze via LTI allemaal onderling communiceren, werk je een pak vlotter en stroomt informatie heel snel door. Een musthave? Dat weten alleen jij en je doordachte strategie.