Laat verandering nooit een verrassing zijn. Neem je mensen mee op weg. Start met het doen inzien van de ‘sense of urgency’. Laat je lesgevers ook mee nadenken over manieren om de brug te slaan naar het nieuwe lesgeven. Daaruit kunnen pilootprojecten ontstaan. Zo worden ze van in het begin mee aan het stuur gezet.
Dit is essentieel: laat elke fout een leermoment zijn! Deel je learnings ook zoveel mogelijk met elkaar. Organiseer daar momenten voor. Doordat mensen hun ervaringen delen, zowel de positieve als de negatieve, zal de leercurve veel steiler de lucht ingaan.
Leren van elkaar is ideaal: breng lesgevers samen en laat hen samen experimenteren. In het leren van en aan elkaar kunnen ze ook meteen nieuwe tools en aanpakken toepassen. Bijvoorbeeld: plan voor elkaar micro-learnings in, waar de collega’s vervolgens feedback op kunnen geven.
Iets nieuws aanleren kost tijd. Het is dus ook zeer belangrijk dat die ruimte gecreëerd wordt. Niet alleen in de hoofden van de mensen, maar ook in de agenda’s. Zorg daarnaast ook voor beschikbare capaciteit bij een supportteam of -collega bij wie je lesgevers terecht kunnen met vragen.
Maak duidelijk dat dit dé nieuwe manier is, door dat ook heel expliciet in je bestaande processen op te nemen. Het kan zeker helpen om daar duidelijke doelstellingen en KPI’s voor te formuleren. Daarna is het tijd om te gaan meten en evalueren. Werkt het? Wat werkt er nog minder goed en waar kunnen we bijsturen? Door dat evaluatieproces standaard in te bouwen, kom je automatisch in een fase van ‘continuous improvement’ terecht, waarbij verandering een gegeven is…