Al die nieuwe mogelijkheden, heerlijk toch? Je wint tijd, ze maken je leven makkelijker en zorgen ervoor dat je je vrienden en familie toch kan zien. Zelfs in quarantaine. Maar om deel uit te maken van de samenleving zoals die hierboven is beschreven, heb je een zekere mate van digitale deskundigheid nodig. Zonder die vaardigheid draagt technologie niet bij tot een socialer leven. Integendeel, mensen lopen dan het risico om geïsoleerd te raken.
De digitale evolutie biedt dus kansen, maar niet voor iedereen. Wie niet volgt of niet kan volgen, dreigt het slachtoffer te worden van digitale uitsluiting.
In de jaren negentig sprak men voor het eerst over ‘the digital divide’, of de digitale kloof. Op dat moment ging het vooral over de materiële toegang tot schermen en internet. Of liever: het gebrek daaraan. Je kon toen de kwetsbare groepen duidelijk aanwijzen: inwoners van technologisch minder ontwikkelde landen, mensen die zich geen computer of internetaansluiting konden veroorloven en ouderen. Vandaag is die groep veel heterogener.
Mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de bevolking ervaren problemen met digitale toepassingen. Zelfs hoogopgeleiden en ‘digital natives’ hebben het soms lastig om de vele technologische vernieuwingen bij te benen, al lopen laaggeschoolden, anderstaligen, alleenstaanden en ouderen wel nog altijd een groter risico op digitale uitsluiting.
Mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de bevolking ervaren problemen met digitale toepassingen. Zelfs hoogopgeleiden en ‘digital natives’ hebben het soms lastig om de vele technologische vernieuwingen bij te benen, al lopen laaggeschoolden, anderstaligen, alleenstaanden en ouderen wel nog altijd een groter risico op digitale uitsluiting. Het is dus niet zo dat sociaal bevoordeelde groepen automatisch digitaal mee zijn. Anderzijds geldt ook dat sociale uitsluiting niet vanzelf leidt tot digitale uitsluiting.
Onderzoek toont aan dat er een ‘korf’ van twaalf aspecten bestaat die bepalen hoe groot het risico is dat je digitaal uitgesloten wordt. Daar zitten typisch socio-economische factoren in, zoals leeftijd, opleidingsniveau, … maar ook zaken als het hebben van een netwerk dat je ondersteunt of waar je terecht kunt met vragen, …
Aangezien de grote verscheidenheid van mensen die worstelen met het gebruik van digitale middelen, moet er naast toegang tot die tools ook aandacht zijn voor:
Door de versnelling in digitale ontwikkelingen van de afgelopen jaren is de groep die digitale vaardigheden mist, veel diverser geworden. Het is dan ook belangrijk dat je als lesgever niet enkel focust op de bekende kwetsbare groepen.
Ga er niet van uit dat wie jong of hoogopgeleid is, automatisch mee is met een digitale leeromgeving. Op hetzelfde moment kan je gemotiveerde zestigers tegenkomen van wie jij nog wat kan leren.