Infopunt e-lerenE-Inclusie en diversiteit

Is je cursus in klare taal geschreven? Controleer het met deze checklist!

In je opleiding staat of valt alles met goed begrip. De meest fantastische inhoud komt in dovemansoren terecht als ze niet te begrijpen is. Klare of heldere taal zorgt dat je inhoud meteen transparant is. Dat komt niet alleen de inclusiviteit van je opleiding ten goede: leermateriaal dat goed gestructureerd en duidelijk geformuleerd is, is voor élke cursist toegankelijker en vergroot de betrokkenheid. En bedenk: het is pure tijdwinst als je cursist de zinnen niet drie keer moet lezen om ze te ontcijferen! Leg na het schrijven deze checklist voor klare taal naast je cursus. Vink je alles af?

Schrijf je direct en concreet? 

Een goede tekst is toch eentje met veel lange zinnen, bijzinnen en context? Niet zo als je begrijpelijk wil overkomen. Ga recht op je doel af. Vermijd omslachtige zinnen die eigenlijk te veel informatie geven. Je bent waarschijnlijk zelf helemaal doordrongen van je leerstof, dus je zal hier van je hart een steen moeten maken en… schrappen! Bedenk bij alles wat je schrijft: is dit essentieel? Geef ik geen overbodige info die voor verwarring kan zorgen? 

Maak je zinnen ook zo kort mogelijk. Je hoeft echt niet te klinken als een minister op rust. Kijk of er geen overbodige ‘opvulwoorden’ in je tekst staan en schrap ze genadeloos. In plaats van ‘Het is mogelijk dat het in bepaalde gevallen voorkomt dat studenten eventueel moeilijkheden ervaren met…’ kan je evengoed zeggen: ‘Studenten hebben soms moeilijkheden met…’ Less is more!

Is het jargon beperkt tot een minimum?

In een opleiding is vakjargon soms noodzakelijk. Ga er wel heel bewust mee om. Komt een vakspecifiek woord voor het eerst voor in je teksten? Leg het in mensentaal uit (zonder er opnieuw jargon tegenaan te gooien). Is het jargon niet essentieel voor de doelstelling? Vervang het door de uitleg of een eenvoudiger synoniem.

Blijf je wel actief?

Actieve zinnen zijn korter en energieker dan passieve zinnen. Ze maken de tekst levendiger en gemakkelijker te volgen. Met actieve zinnen voelt de cursist zich ook meer betrokken bij de inhoud. In een passieve zin is namelijk geen handelend persoon en dus niemand om je mee te vereenzelvigen. 

Vergelijk bijvoorbeeld ‘Het wordt als belangrijk beschouwd dat studenten begrijpen hoe deze technieken in de praktijk worden gebracht en hoe ze worden toegepast in verschillende elektromechanische systemen’ met ‘Studenten moeten begrijpen hoe zij deze technieken in de praktijk brengen en in verschillende elektromechanische systemen toepassen.’

Gebruik je voldoende voorbeelden?

Staaf theorie altijd met voorbeelden uit de praktijk. Dat maakt je content concreet. Een goed gekozen voorbeeld of metafoor kan een abstract concept tot leven brengen. Vergelijk inflatie bijvoorbeeld met een ballon. Zorg er wel voor dat je voorbeelden en metaforen relevant zijn – en gemakkelijk te begrijpen.

Is de structuur overzichtelijk?

Nog voor je één letter hebt geschreven, moet je structuur goed zitten. Het is de kapstok van je opleiding. Begin elk onderdeel of hoofdstuk met een korte introductie die aangeeft wat de student kan verwachten. Gebruik tussenkopjes, lijsten en opsommingstekens om de informatie helder te organiseren. Dit helpt studenten om hoofd- en bijzaken te onderscheiden en is ook nog eens gemakkelijker in te studeren. 

Ook in de tekst zelf is structuur belangrijk. Zorg dat de kern van de alinea altijd in de eerste zin staat. Vooral wanneer we een tekst ‘scannen’, lezen we deze eerste zinnen. De tekst die volgt, geeft dan meer diepte aan de kernboodschap.

Zorg je voor visuele ondersteuning?

Cursussen kunnen nogal ‘text heavy’ zijn. Dat is vermoeiend voor de lezer en op den duur blijft er niet veel meer hangen van wat je leest. Visuele elementen zoals grafieken, afbeeldingen en diagrammen helpen om concepten te verduidelijken. Het is meestal niet nodig een grafiek ook nog eens in woorden om te zetten. Zorg wel dat ze de tekst ondersteunen en niet afleiden.

Heb je nageteld?

Lange zinnen leiden af. Of doen de lezers verdwalen. Het is niet in steen gebeiteld, en afwisseling is fijn om de lezer bij de les te houden, maar laat de volgende cijfers een goede richtlijn zijn. 

Houd de meeste van je zinnen onder de 15 woorden, je alinea’s onder de 6 regels en titels onder de 7 woorden. 

Helderheid in communicatie is een continue inspanning – het kan altijd helderder – maar de impact ervan is onweerlegbaar. klare taal bevordert een effectieve leeromgeving, waarin je studenten zich zelfverzekerd en ondersteund voelen.