Train the trainer - de checklist van Gagné
Trainers en docenten willen niets liever dan een cursus geven die blijft hangen bij hun studenten. Maar hoe pakken ze dat best aan? Stamvader van train-the-trainertechnieken en onderwijspsycholoog Robert Gagné onderscheidde negen essentiële elementen waarop je studenten intellectuele vaardigheden kan aanleren, via goed cursusmateriaal. Vink jij ze allemaal af?
Wie is Robert Gagné?
Robert Gagné was een gerenommeerde Amerikaanse onderwijspsycholoog die zijn carrière helemaal wijdde aan intentioneel of doelbewust leren. Volgens hem bestaan er verschillende types van leren en vraagt elk type om specifieke instructies. Zijn boek ‘Conditions of Learning’ uit 1965 wordt nog steeds wereldwijd gebruikt binnen Instructional Design en train-the-trainertechnieken. Misschien ken je zijn aanpak beter onder de benaming Gagné’s Taxonomy of Learning, of Gagné’s Nine Events of Instruction.
Gagné’s theorie stelt dat mensen op andere momenten in hun leven anders leren. Dat heeft niet (alleen) te maken met ouder worden, het hangt ook samen met hun omgeving en individuele denkprocessen. Gagné’s taxonomie is voor heel wat onderwijsspecialisten ook een uitbreiding van de taxonomie van Bloom.
Leren volgens Gagné
De leertheorie van Gangé omschrijft vijf vereisten om te leren:
· Intellectuele vaardigheden of procedurele vaardigheden: weten hoe je iets doet
· Verbale vaardigheden: feiten, concepten, principes en procedures opsommen
· Cognitieve strategieën: manieren ontwikkelen om te leren, denken en handelen
· Motorische vaardigheden: handelingen precies en soepel uitvoeren
· Leerhouding: actie nemen op basis van begrip en gevoel
Volgens Gagné is leren pas effectief als de les, cursus of opleiding deze interne processen ondersteunt. En om dat te stimuleren, onderscheidt Gagné negen onmisbare elementen.
Hoe leer je intellectuele vaardigheden aan? Checklist voor een goed cursusmateriaal
1. Trek de aandacht
Hoe groter de aandacht van de lerende, hoe beter zijn leervermogen. Voor je de leerstof induikt, trek je daarom eerst de aandacht van je cursisten. Dat kan door verschillende zintuigen te prikkelen (werken met videofragmenten of muziek), een koppeling met de actualiteit te maken of door een provocerende vraag aan de groep te stellen.
2. Formuleer heldere leerdoelen
Omschrijf duidelijk welke vaardigheden een cursist na jouw training zal verwerven. Doe dit aan het begin van je cursus. Zo creëert een cursist duidelijke verwachtingen en zal die het leerproces hierop afstemmen. Maak het onderscheid tussen totaalvaardigheden en deelvaardigheden, die minstens even belangrijk zijn voor een geslaagd leerproces. Maar vooral: hou je leerdoelen simpel en wijd niet te veel uit.
3. Leg linken
Cursisten zijn geen onbeschreven witte bladen. Bouw verder op de kennis die ze al in hun langetermijngeheugen hebben opgeslagen. Leunt de inhoud uit jouw cursus aan bij zaken die ze al kennen of kunnen, dan vergroot de kans dat ze de nieuwe informatie opslaan. Stel bijvoorbeeld vragen naar eerdere ervaringen of laat studenten zelf een voorbeeld geven dat hun voorkennis activeert.
4. Varieer content
Presenteer nieuwe informatie op zo veel mogelijk manieren. Laat dezelfde content via verschillende media opnieuw aan bod komen: mondeling, tekstueel, via video, een podcast of via een groepswerk. Zo stimuleer je een activerende leertechniek en hou je cursisten betrokken.
5. Ondersteun het leerproces
Toon als trainer niet alleen hoe het moet, stimuleer ook het leerproces van je cursisten. Geef instructies waar nodig, maak gebruik van cases, verduidelijk do’s en don’ts, gebruik metaforen, beeldtaal en vergelijkende concepten. Vat geregeld de essentie nog eens samen.
6. Activeer de leerstof
Huiswerk en toetsen klinken misschien traditioneel. Toch helpen ze cursisten om de nieuwe informatie ook toe te passen. Door er zelf mee aan de slag te gaan, onthouden ze de leerstof makkelijker. Naast het gewone huiswerk, kan je ook quizvragen in je lessen integreren. Of stimuleer peer-to-peergesprekken, waarbij cursisten in groep worden uitgedaagd om hun opgedane kennis bij elkaar af te toetsen.
7. Geef feedback
Feedback is onmisbaar in een goede cursus. Evalueer regelmatig de juistheid van prestaties. Stel voldoende inhoudelijke vragen, want elk antwoord brengt de cursist dichter bij het resultaat. Reik suggesties aan, en geef extra informatie en richtlijnen over hoe ze het beter kunnen doen. En opnieuw: maak gebruik van de groep om peer-to-peerfeedback te bevorderen.
8. Evalueer je leerdoelen
Wacht niet tot het einde van de cursus om te kijken of de vooropgestelde leerdoelen zijn behaald. Test progressie doorheen de cursus om het verschil in competenties of skills te ontdekken. Zo hou je cursisten bij de les en herinner je ze aan de verwachtingen.
9. Help onthouden
Uiteindelijk wil je dat je cursisten hun opgedane kennis onthouden en gebruiken in hun dagelijkse bezigheden. Isoleer je cursus dus niet van de realiteit, maar leg er zo veel mogelijk linken mee. Laat cursisten ook zelf nieuwe connecties maken, bijvoorbeeld via mind-mapping. Hoe meer associaties de cursisten creëren, hoe sneller de leerstof in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt.
Ben je erin geslaagd om je studenten te boeien?
Heb je de negen elementen succesvol toegepast in je cursus, dan heb je het leerproces van je studenten actief gestimuleerd. Of het resultaat nu intellectueel, motorisch of verbaal is: jouw cursus creëert met deze checklist ongetwijfeld een nieuw hersenpad naar het langetermijngeheugen. En zo blijven jouw lessen écht hangen.