Infopunt e-lerenContentontwikkeling

Kennisclips – aan de slag met educatieve video’s

Activerend leren stimuleren in blended learning: Korte en op zichzelf staande video’s die een onderwerp, concept of principe kort en duidelijk uitleggen: kennisclips zijn makkelijk inzetbare leermiddelen om zowel theorie als praktijk over te dragen aan cursisten. En dat trainees fan zijn van hapklare video’s, blijkt ook uit een enquête bij studenten in het Vlaamse hoger onderwijs door Acco Learn Uitgeverij. Zo’n 61% van de cursisten leert graag via kennisclips. Een goede reden om ze te integreren in een activerend blended leerpad.

Animatie, screencast of een interview: welke kennisclip maak jij?

Kennisclips zijn er in alle vormen en maten. Welk soort clip je kiest hangt af van je doel en je budget. En ook de beschikbare tijd, de aard van de leerinhoud en technische mogelijkheden bepalen welk soort clip het best geschikt is.

Ga je zelf aan de slag? De eenvoudigste manier om een kennisclip te maken is een screencast. Je maakt dan een opname van je scherm – waarop je een presentatie, een experiment of zelfs een toepassing toont (denk aan fotobewerking of programmeren) toont – en je daarbij mondeling toelichting geeft.

Voor een screencast heb je weinig middelen nodig en geen (of heel weinig) extra tijd. Je maakt zo’n video bijvoorbeeld als je de les voorbereidt, of neemt een online les op. Wil je er een extra dimensie aan geven? Dan zorg je voor een talking head-video, waarbij studenten je ook nog uitleg zien geven. In de meeste screencasttools, zoals Microsoft Stream, kan je beeld van je webcam toevoegen aan je screencast.

Iets meer werk is er aan een animatievideo. Maar zulke ‘tekenfilms’ vallen ook meer op, en ze bieden meer mogelijkheden dan een screencastvideo.

Je kan ze gebruiken om je verhaal te visualiseren en zo de betrokkenheid van studenten vergroten. Denk aan whiteboardvideo’s of maak zelf eenvoudige animatiefilms met gratis programma’s als Animaker en Powtoon .

Ook een interview met een expert kan in een video meerwaarde bieden aan studenten. Je hebt er een goede camera – of een goede smartphone met een goede camera – audiomateriaal en eventueel een eenvoudig montageprogramma voor nodig. Met Windows Moviemaker kom je gelukkig al een heel eind.

En maak je een praktische instructievideo, dan kan het handig zijn om verschillende filmtechnieken te gebruiken.

Wil je zelf een kennisclip opnemen, dan heb je dus wat apparatuur nodig: een computer met een kwalitatieve webcam, goede audiokwaliteit en de juiste software. Je kan er ook voor kiezen om externe productiepartners in te schakelen.

Nog even dit: een kennisclip is een bouwsteen van het onderwijsproces. Die vult andere werkvormen, media en leermethoden aan.

Maak een script en een storyboard voor je begint

Uiteraard begint een goede kennisclip met een degelijke voorbereiding. In een script en storyboard schrijf je uit welke informatie je op welk moment en op welke manier in de clip aan bod komt.

Het productieproces van een kennisclip bestaat uit zeven stappen

1.      Script schrijven 

2.      Storyboard maken 

3.      Illustraties en relevant materiaal verzamelen 

4.      Testopname(s) maken 

5.      Testedit(s) uitvoeren 

6.      Format finaliseren  

7.      Extrapolatie  

Een script en een storyboard zijn de fundamenten van een goede kennisclip. Schrijf je alles goed, duidelijk en volledig uit? Dan zullen de volgende stappen veel gemakkelijker verlopen.

Een duidelijk script

Een helder script is de basis van elke kennisclip. Het is de tekst, de inhoud die je in de clip zal behandelen. Schrijf dus op wat je wil zeggen – in spreektaal, want je zal vertellen. Hier heb je geen moeilijke software voor nodig, een simpel handgeschreven blaadje of een Word-document volstaan.

Zelfs als je de materie onder knie hebt en er al tientallen lessen over hebt gegeven, is het toch interessant om de tekst uit te schrijven. Je denkt vooraf na over wat je wil vertellen en hebt minder kans om in herhaling te vallen, iets te vergeten of uit te wijden.

Werk je samen met een collega of een externe productiepartner, dan is zo’n script ook een handig communicatiemiddel. En een al even handig spiekbriefje op het moment dat je je filmpje opneemt.

9 tips voor een sterk script 

1.      Structureer je uitleg zo duidelijk mogelijk en bouw je redenering logisch op. Deel je tekst op in alinea’s en zorg voor rust- en ademmomenten.  

2.      Maak je meerdere kennisclips? Zorg dan voor een vaste structuur, zo weten studenten al waaraan ze zich kunnen verwachten.  

3.      Links, extra bronnen…laat ze achterwege. Je script is de tekst die je wil vertellen, niet meer of niet minder. Zorg er dus voor dat je hem gemakkelijk kan voorlezen.  

4.      Schrijf zoals je spreekt. Vermijd stadhuiswoorden en archaïsche of gecompliceerde zinnen.  

5.      Houd rekening met je doelgroep. Stem je spreekstijl en de manier waarop je je onderwerp overbrengt op je kijkers af. 

6.      Tijdens het uitschrijven van je script denk je al na over het beeldmateriaal je wil gebruiken. Maak daar ook aantekeningen van. Zet in je script welke afbeelding je toont in je kennisclip en wat je daarbij wil vertellen.

7.      Lees je script hardop voor en oefen met anderen. 

8.      Herschrijf en herstructureer. Verwijder alles wat niet relevant is. Schrijven is schrappen, en je wil natuurlijk snel to the point komen.

9.      De gemiddelde spreeksnelheid ligt tussen de 140 en 160 woorden per minuut. Gebruikt dit als richtlijn voor het aantal woorden om de tijd van je kennisclip mee te vullen. Debatrix  is een handige tool om de spreektijd van een tekst te berekenen.

Het storyboard

Is je script klaar? Dan ga je over naar de tweede stap: het storyboard maken. Daarin omschrijf je hoe je kennisclip er zal uitzien.

In je storyboard verwerk je vier soorten informatie

1.      Script – Wat je zal vertellen en welke tekst er als ondertitel in je clip moet verschijnen. 

2.      Visuele informatie – Elk visueel detail van wat je wil laten zien in je clip. Dat kan gaan van waar je de scène opneemt tot welke objecten in beeld komen of welke kleren je in de clip zal dragen. 

3.      Auditieve informatie – Welke muziek aanwezig zal zijn, of er externe geluidsfragmenten nodig zijn, welke delen je live en welke je als voice-over zal vertellen, enzovoort. 

4.      Tijdcodes – Weergave van de verschillende shots die je zal maken. Voor elk shot geef je aan hoelang het zal duren en waar het zich situeert in je verhaal. 

Een storyboard vertelt dus nog meer dan een script hoe je kennisclip eruit zal zien.

Je kan twee soorten storyboards maken: een visual storyboard - waarin je elk shot visualiseert met tekeningen of foto’s – of een non-visual storyboard waarin je alleen geschreven informatie verzamelt.

Klaar om te filmen en te monteren!

Nu je script en storyboard klaar zijn, verzamel je alle visuele informatie die je nodig hebt. Denk aan filmpjes die je wil tonen tijdens een screencast, of een afbeelding die je nodig hebt om iets te verduidelijken.

En dan ben je klaar om te filmen. Niets gaat van de eerste keer juist, dus het kan best zijn dat je een paar keer opnieuw moet beginnen of – als je zover al bent – dat je achteraf wat moet knippen en plakken om tot een goede clip te komen.

Oefening baart kunst, dat geldt ook voor kennisclips maken!