Infopunt e-lerenContentontwikkeling

12 tips om je leerinhoud uit te werken

Hoe ontwerp je een leertraject volgens de stappen in het ADDIE-model? Eerst maak je een grondige analyse. Daarna ontwikkel je je ontwerp in de praktijk tijdens de ontwikkelingsfase. Je schrijft een storyboard en teksten, zoekt en maakt afbeeldingen, video’s en audio of je ontwikkelt een app of e-learningmodule.

Dat ontwikkelen doe je niet zomaar. Een van de belangrijkste principes waar je rekening mee moet houden, is de ‘cognitive load theory’ of cognitievebelastingstheorie. Die stelt dat je werkgeheugen of kortetermijngeheugen maar een kleine hoeveelheid informatie kan opslaan voor een beperkte periode. Op het moment dat je werkgeheugen te veel informatie bevat, blokkeert het. Er komt pas ruimte vrij wanneer je informatie overzet naar je langetermijngeheugen. Je vindt hier twaalf tips om je e-learning zo vorm te geven dat je een overbelasting van het werkgeheugen vermijdt.

1. Werk met een format

Je cursisten hebben liever herkenbare beelden en patronen. Gebruik daarom een vast format. Je cursisten weten wat ze kunnen verwachten, dat bevordert het leren.

2. Gebruik korte zinnen

Schrijf in korte zinnen. Die lezen gemakkelijker. Dat houdt de aandacht van je cursisten bij je opleiding.

3. Onderscheid verschillende soorten informatie

Elk leermiddel bevat verschillende soorten informatie, zoals navigatie, tekst, hulpbronnen en opdrachten. Maak een visueel onderscheid tussen die soorten met kaders en markeringen. Dat maakt je cursus gemakkelijker om te begrijpen.

4. Gebruik pictogrammen

Gebruik pictogrammen om je leeractiviteiten en -inhouden aan te duiden. Bijvoorbeeld een uitroepteken voor belangrijke informatie. Dat helpt je cursisten om verschillende activiteiten te herkennen en uit te voeren.

5. Gebruik gemakkelijk leesbare lettertypes

Vermijd moeilijk leesbare lettertypes. Voor digitale teksten kies je best een herkenbaar, schreefloos lettertype, zoals Verdana, Helvetica of Arial. Voor geprinte teksten kan je een lettertype met schreef kiezen, zoals Times New Roman.

6. Verklaar vaktaal

Let op met vaktaal. Vaktermen die jij gebruikt, zeggen je cursisten misschien niets. Leg vaktermen uit als je er echt niet omheen kan.

7. Beperk je kleurenpalet

Kies een rustig en beperkt kleurenpalet. Zorg ervoor dat je kleuren voldoende contrasteren. Zet bijvoorbeeld geen gele tekst op een witte achtergrond. Vermijd schreeuwerige kleuren.

8. Structureer je tekst

Structuur helpt je om helder te schrijven en heeft ook een visuele functie. Met tekstblokken, titels en tussentitels organiseer je de leerstof, waardoor die gemakkelijker te verwerken is.

9. Gebruik witruimte

Een ontwerp zonder witruimte is zoals een zin zonder spaties: heel moeilijk om te lezen. De juiste balans vinden tussen tekst, afbeeldingen en witruimte vraagt wat oefening. Probeer verschillende lay-outs en vergelijk ze met elkaar, dan zie je sneller welke verhouding goed zit.

10. Werk met schema’s

Met schema’s, tijdbalken of afbeeldingen presenteer je snel en duidelijk nieuwe informatie. Je beperkt er de cognitieve belasting mee. Laat je cursisten ook zelf schema’s, overzichten of mindmaps maken.

Help je cursisten om nieuwe leerstof te integreren met bestaande kennis door ze voor te structureren. Vandaar een ‘advance organizer’. Die:

  • maakt je leerstof overzichtelijk;
  • verduidelijk de relaties tussen onderdelen van de leerstof;
  • activeert en sluit aan bij voorkennis;
  • richt de aandacht op wat belangrijk is.
  • geeft een kapstok om nieuwe leerstof aan te hangen.

11. Vermijd niet-relevante multimedia

Te veel informatie hindert het leren. Gebruik de twaalf principes voor multimediaal leren van Mayer om keuzes te maken tussen verschillende multimedia.

AFBEELDING MAYER!!!!

12. Ga voor eenvoud

Het is verleidelijk om je cursus aan te vullen met grappige afbeeldingen, gekleurde achtergronden, verschillende lettertypes… Maar te veel afleiding hindert het leren.

Creëer rust op je pagina door te werken met ‘subtractive visual design’: verwijder overbodige delen om de kernelementen te versterken.