Infopunt e-lerenContentontwikkeling

Multimediaal leren: de mix van verschillende mediatypes heeft meer effect dan de som van de delen

Een goed vormgegeven leermiddel ondersteunt het leren. En omgekeerd: is de vormgeving van je leermiddel niet goed, dan kan het leren in de weg staan. De cognitieve theorie van multimediaal leren van Mayer vat dat mooi samen. Hij vertaalde zijn theorie in twaalf makkelijk toepasbare principes. In dit artikel lichten we er de negen meest relevante uit.

Wat is de cognitieve theorie van multimediaal leren?

Een beeld zegt meer dan duizend woorden. We kennen het gezegde allemaal. En zoals met alle gezegden zit er een kern van waarheid in. Met één enkele afbeelding vertel je soms een heel verhaal. Zo zegt een foto van een verlaten strand tijdens een zonsondergang meer dan een droog tekstberichtje met ‘Miss you’. En de combinatie van beeld en tekst? Die is nóg krachtiger.

Dat betekent uiteraard niet dat je zomaar beelden kan toevoegen aan je tekst. Nee, je moet zorgvuldig te werk gaan – anders kan het zelfs tot een tegenovergesteld effect leiden. Om cognitieve belasting te vermijden, is het belangrijk dat je mediaelementen verstandig combineert.

Volgens de cognitieve theorie van multimediaal leren leren mensen beter en houden ze informatie beter vast als woorden en beelden gecombineerd worden – zeker in vergelijking met woorden alleen. Mayers theorie stoelt op drie aannames:

1.      Mensen gebruiken twee aparte kanalen - auditief en visueel - om informatie te verwerken.

2.      Elk kanaal heeft een beperkte capaciteit – je werkgeheugen kan maar beperkte informatie in een keer verwerken.

Leren is een voortdurend proces van filteren, selecteren, organiseren en integreren van informatie in het brein.

Hieronder gaat Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. in op de cognitieve theorie van multimediaal leren.

9 principes van Mayer

Wat betekent dat nu voor de praktijk? De twaalf principes waarin Mayer zijn theorie vertaalde zijn makkelijk toepasbaar in elke leersituatie. Negen van die twaalf principes zijn erg relevant.

1.     Combineer woorden en beelden

Als je relevante afbeeldingen, illustraties of infographics toevoegt aan je tekst, maak je het lerenden gemakkelijker om je redenering te begrijpen, én help je hen de informatie vast te houden – omdat ze twee kanalen tegelijkertijd gebruiken.

2.     KISS: Keep It Simple, Stupid!

Mensen leren beter als je moeilijke of vreemde woorden in je tekst vermijdt. Geen jargon of ingewikkelde technische termen, tenzij je zeker bent dat de lezer of je publiek ermee vertrouwd is.

Let op: hou ook de combinatie van verschillende media simpel. Een leuk gifje of een deuntje als je naar de volgende slide van je presentatie gaat, is misschien wel tof. Maar het leidt ook enorm af.

3.     Benadruk de essentie

Niet elk woord in een paragraaf is even belangrijk. Je kunt lerenden helpen een tekst beter te lezen door belangrijke woorden of zinnen te markeren. Het helpt ook bij het herinneren. Als ze dezelfde tekst nog eens doornemen, helpen deze markeringen om de structuur of het hoofdverhaal van die tekst te onthouden.

4.     Combineer beelden en gesproken tekst

Elk kanaal waarmee iemand informatie kan ontvangen, kan maar een beperkte hoeveelheid informatie tegelijkertijd verwerken. Het redundantieprincipe scherpt dat idee verder aan. Combineer je een beeld en geschreven tekst, dan gebruiken lerenden hun visuele kanaal voor beide stukjes informatie. Gebruik je audio en beelden, dan combineer je twee verschillende kanalen en vermijd je overbelasting van één kanaal.

5. en 6.     Proximity implies a relationship

Wat bij mekaar hoort, staat bij mekaar. En wat bij mekaar staat, hoort bij mekaar. Beelden en woorden die samen horen, moeten samen worden getoond. Ze moeten zowel in tijd (5) als in ruimte (6) bij mekaar zijn.

Zo verbinden lerenden beide stukjes informatie, en slaan ze deze samen op. Je kunt zelfs vormen, lijnen of kleuren gebruiken om ze aan elkaar te linken. Maak het je publiek zo makkelijk mogelijk om de associatie te maken.

7.     Serveer hapklare brokken

Knip inhoud in kleinere stukken. Splits complexe theorieën op in (sub)elementen en zorg voor ondersteuning. Geef lerenden structuur en help hen deze elementen te ordenen. Zo wordt hun werkgeheugen niet overspoeld en verbeter je hun motivatie. De inhoud van kleinere stukken is makkelijker op te slaan. En het helpt al deze elementen aan elkaar te linken om het grotere geheel te reconstrueren.

8.     Bouw voort op bestaande trajecten

Als we iets herhalen, versterken de neurologische paden in onze hersenen zich.

Lerenden leren dus beter en houden meer vast als ze al een bestaand pad in hun brein hebben. Zo kan je lerenden een korte intro sturen van de e-learning die volgende week volgen. Of je kunt een oriëntatiesessie plannen. In de cursus zelf kun je de structuur van de training herhalen, en naar eerdere ideeën of principes verwijzen.

9.     Ik heb het tegen jou

Door informele taal te gebruiken, betrek je lerenden meer bij de inhoud. Ze hebben dan het gevoel dat wat ze leren relevant is, dat het aansluit op hun behoeften. Eventueel kun je zelfs echt communiceren, via een chatfunctie in een LMS of ander systeem. Of vermeld je contactgegevens. Wie vragen heeft nadien, kan ze dan nog stellen. Toon mensen dat je om hen geeft en waarom jouw lessen of cursus belangrijk is.