De cursist eerst: zo zorg je voor persoonlijk lesmateriaal
Het is een val waar veel opleidingsverstrekkers in trappen: de inhoud primeert. En natuurlijk zullen wij nooit beweren dat inhoud niet belangrijk is; toch is er één ding nóg belangrijker: de cursist. Zonder cursisten geen opleiding. En als je cursisten de kennis niet mee hebben, is al je mooie inhoud ook voor niets geweest. Daarom is het belangrijk bij het schrijven van je lesmateriaal steeds de cursist als uitgangspunt te nemen. Hoe je dat doet, lees je hier.
Wie heb je voor je?
Het begint allemaal met je cursisten leren kennen. Wie zijn ze? Wat zijn hun interesses, behoeften en leerstijlen? Hoe graag lezen ze? Wat eten ze graag? Waar kunnen ze mee lachen (en waarmee helemaal niet)? Wat zijn de struggles die ze op het werk tegenkomen? Allemaal vragen die je kunnen helpen de cursus zo cursistgericht mogelijk te maken. De antwoorden vind je met vragenlijsten, persoonlijke gesprekken of enquêtes. Die hoeven niet op naam – dat kan GDPR-gewijs problemen geven – maar kunnen ook anoniem. Het doel is om een duidelijk beeld te krijgen van de diverse achtergronden en verwachtingen van de groep.
Eenmaal je je cursisten kent, kan je je materiaal aanpassen aan hun niveau, behoeften en voorkeuren. Dat kan gaan van een aangepast taalniveau tot een anekdote van bij hen op de werkvloer. Doordat ze zichzelf herkennen in je teksten, zullen ze zich veel meer betrokken voelen en zal je inhoud veel beter blijven hangen.
Zo stel je je cursist centraal
Het is verleidelijk om heel erg te focussen op de leerdoelen en de structuur van de opleiding. Ga altijd eens in de schoenen van je cursisten staan: wat is voor hen het meest relevant en waardevol? Hoe lezen zij deze inhoud? Dit vergt natuurlijk enige empathie en een diepgaand begrip van hun behoeften en verwachtingen. Maar het goede nieuws? Je cursisten voelen zich meer gewaardeerd en betrokken – minder ‘waarom leren we dit eigenlijk?’. Wat uiteindelijk leidt tot een leukere en meer effectieve leerervaring.
Een van de belangrijkste manieren om de cursist als uitgangspunt te nemen, is door het lesmateriaal relevant te maken voor hun specifieke leven en werk en te tonen hoe de leerstof direct voor hen van toepassing is. Geef je een voorbeeld? Gebruik dan zeker hun eigen werkvloer, plaatsen die ze kennen en problemen die ze zelf tegenkomen.
Interactief werken is altijd een goed idee om de betrokkenheid te verhogen. Maar als je bijvoorbeeld online quizzes en groepsdiscussies organiseert, kan je de antwoorden – goede en foute – ook verderop in je cursus weer gebruiken. Vraag hierbij wel steeds de toestemming aan de cursist in kwestie of anonimiseer de antwoorden.
Om ervoor te zorgen dat je cursisten daadwerkelijk profiteren van het lesmateriaal, is het belangrijk om regelmatig feedback te verzamelen. Je cursisten zijn de ervaringsdeskundigen van je opleiding, zij kunnen je het best vertellen welke delen ze goed vonden en welke eventueel beter kunnen. Vraag hun mening over de inhoud, presentatie en structuur van de opleiding. Neem hun feedback serieus en pas nuttige opmerkingen ook effectief toe.
Tenslotte is ook je taal van tel. Schrijf je cursus niet vanuit een ivoren toren, maar vanuit de beleving van degene die hem moeten gaan waarmaken. Gebruik je, de imperatief of zelfs de ik-vorm. Schrijf in een vlotte, toegankelijke taal en doorspek je lesmateriaal met humor en herkenbare situaties. Uiteindelijk schenkt de cursist kostbare tijd aan je opleiding – daar mag een fijne ervaring tegenover staan.