Variatie is erg belangrijk: zie je cursus als een schatkist waarin je cursisten leermateriaal ontdekken. Stel wel altijd een leerpad voor dat je cursisten stapsgewijs kunnen doorlopen. Daardoor weten ze welke leerstof ze moeten verwerken om een leerdoelstelling te bereiken.
Dat leerpad hoef je trouwens niet te verplichten, zolang je cursisten de leerdoelstellingen maar behalen. Belangrijker is dat ze zelf bepalen hoe ze zich voorbereiden. Daag ze daarbij uit en geef hun het gevoel dat hun inspanningen iets opleveren. Dat motiveert hen.
Geef je cursisten een opdracht die ze moeten voorbereiden voor het contactmoment. Je hoeft die voorbereiding niet in detail te controleren. Zorg er wel voor dat je opdrachten duidelijk zijn. Je cursisten moeten precies weten wat ze moeten doen.
Enkele voorbeelden van zinvolle voorbereidende opdrachten:
Tijdens je contactmoment is er tijd voor vragen, klemtonen, extra uitleg, oefeningen en discussie. Ga op dat moment niet lesgeven en de leerstof herhalen. Je cursisten hebben zich al voorbereid, dus kan het demotiverend zijn om die leerstof opnieuw te horen. Start bijvoorbeeld met een vraag: ‘Is er iets dat je niet begrijpt?’
Splits de aanwezigen op in kleinere groepen en spreek je cursisten actief aan. Werk in korte blokken, zo vermijd je cognitieve overbelasting. Gebruik polls of zoomsessies om de interactiedrempel te verlagen.