Infopunt e-lerenBlog

Leertransfer evalueren met het LTEM-model

Het gaat dus niet alleen om het onthouden van informatie, maar ook om het vermogen om deze kennis in de praktijk te brengen en effectief toe te passen in het werk. Leertransfer is een cruciaal doel van elke opleiding of training: het toont aan dat de deelnemers niet alleen de leerstof hebben begrepen, maar dat ze deze ook succesvol kunnen gebruiken op de werkplek.

Bijvoorbeeld, in een cursus projectmanagement leren deelnemers theorieën over risicobeheer, maar leertransfer wordt pas bereikt wanneer ze deze kennis effectief toepassen in een reëel project. Onderzoek wijst uit dat de effectiviteit van een opleiding sterk afhankelijk is van de mate waarin leertransfer plaatsvindt.

Hoe meet je leertransfer?

Leertransfer is vaak moeilijk te meten omdat het gaat om gedragsveranderingen buiten de directe leeromgeving. Een veelgebruikt model om leerresultaten en -transfer te evalueren is het Kirkpatrick-model, dat vier niveaus onderscheidt:

  1. Reactie: Hoe reageerden de leerders op de cursus? Was de inhoud relevant en de aanpak nuttig?
  2. Leren: Wat hebben de leerders geleerd? Hebben ze nieuwe kennis en vaardigheden verworven?
  3. Gedrag: Veranderen de leerders hun gedrag op basis van wat ze hebben geleerd? Gebruiken ze de nieuwe kennis of vaardigheden in hun werk?
  4. Resultaten: Wat zijn de meetbare resultaten van de gedragsverandering, bijvoorbeeld op organisatieniveau?

Hoewel het Kirkpatrick-model breed wordt gebruikt, is het vaak bekritiseerd omdat het te veel nadruk legt op subjectieve reacties en te weinig op daadwerkelijke gedragsverandering en toepassing in de praktijk.

Het LTEM-model van Will Thalheimer

Will Thalheimer heeft het Kirkpatrick-model uitgebreid naar het Learning-Transfer Evaluation Model (LTEM), dat zich specifieker richt op de daadwerkelijke leertransfer. Het LTEM-model onderscheidt acht niveaus die dieper ingaan op de impact van leren:

  1. Aanwezigheid (Attendance)
    Dit niveau meet of deelnemers aanwezig waren bij de training of leeractiviteit. Het zegt niets over hun betrokkenheid of wat ze hebben geleerd.
  2. Activiteit (Activity)
    Hier wordt gemeten of deelnemers actief betrokken waren bij de leeractiviteit, bijvoorbeeld door deelname aan discussies of oefeningen.
  3. Deelnemerspercepties (Learner perceptions)
    Dit niveau houdt zich bezig met de percepties van de deelnemers over de kwaliteit en relevantie van de leeractiviteit. Dit komt overeen met wat vaak gemeten wordt in 'tevredenheidsenquetes'.
  4. Kennis (Knowledge)
    Op dit niveau wordt gemeten wat deelnemers daadwerkelijk hebben geleerd, bijvoorbeeld via toetsen of andere vormen van kennisbeoordeling.
  5. Besluitvormingscompetentie (Decision-making competence)
    Dit meet het vermogen van deelnemers om de juiste beslissingen te nemen op basis van wat ze hebben geleerd. Het gaat verder dan alleen het onthouden van informatie.
  6. Taakcompetentie (Task competence)
    Hier wordt gemeten of deelnemers in staat zijn om de vaardigheden en kennis toe te passen in een praktijksituatie, vaak in een gesimuleerde omgeving.
  7. Overdracht naar werkprestaties (Transfer to work performance)
    Dit niveau meet of de vaardigheden en kennis daadwerkelijk worden toegepast in de werkomgeving. Dit is een kritische maatstaf voor de werkelijke effectiviteit van het leerprogramma.
  8. Effecten op bedrijfsresultaten (Effects on business results)
    Op het hoogste niveau wordt de impact van de leeractiviteit op de organisatieresultaten gemeten, zoals verbeterde productiviteit, klanttevredenheid of winst.

Volgens Thalheimer zijn alleen de hoogste niveaus van het LTEM-model — namelijk niveau 5 tot en met 8 — een daadwerkelijke meting van leertransfer. De lagere niveaus geven vooral inzicht in betrokkenheid, kennis en besluitvorming, maar geven geen garantie dat het geleerde effectief wordt toegepast in de praktijk.

Voorbeeld: toepassing van het LTEM-model

Stel, in een leiderschapstraining leren deelnemers nieuwe vaardigheden om teams effectief aan te sturen. Met behulp van het LTEM-model kan worden geëvalueerd of de deelnemers niet alleen de kennis hebben verworven, maar ook hun leiderschapsvaardigheden kunnen oefenen in gesimuleerde rollenspellen (toepassing in gesimuleerde situaties). Vervolgens kan worden vastgesteld of deze vaardigheden ook daadwerkelijk worden ingezet in hun dagelijkse werkzaamheden (toepassing in de praktijk). Uiteindelijk kan de impact op de organisatie worden gemeten door te kijken naar verbeterde samenwerking en teamresultaten (impact op de organisatie).

Leertransfer versterken met LTEM

Het LTEM-model helpt docenten en trainers om leerresultaten beter te evalueren en te begrijpen waar de focus moet liggen om leertransfer te versterken. Het benadrukt dat effectieve leerprocessen niet alleen kennisoverdracht vereisen, maar ook ondersteuning, oefening en de mogelijkheid om de vaardigheden toe te passen in de echte wereld.

https://s.prismic.io/vdab-infopunt-e-leren/d4eb3426-ceb1-4cd8-b997-578746125dbc_Lien%20Castelein.jpg?ixlib=gatsbyFP&auto=format%2Ccompress&fit=max&rect=0%2C0%2C800%2C800&w=140&h=140
Lien Castelein
21 okt 2024