Infopunt e-lerenBlog

De kracht van falen

Hoe creëer je in je team een cultuur waarin fouten maken moet?

Een tijdje geleden hoorde ik een boeiend verhaal op de radio. Een dame die aan een universiteit werkte, deelde hoe haar team ‘falen’ deel liet uitmaken van het dagelijkse leven aan de faculteit. Wetenschappelijk medewerkers spenderen een grote portie van hun tijd aan het schrijven van projectvoorstellen met weinig garantie dat ze het onderzoeksproject en dus de middelen zullen binnenhalen. Het zorgde in die organisatie voor frustratie en maakte de medewerkers onzeker. De ingreep om ermee om te gaan was even briljant als eenvoudig. Elke onderzoeksgroep hield een lijstje bij met afgekeurde projecten en wanneer ze bij 5 kwamen, werd een drink georganiseerd. Niet om falen te vieren, maar om het een zichtbare plaats te geven in de organisatie. Want falen maakt nu eenmaal deel uit van de job: af en toe haal je iets binnen, vaak wordt je idee afgekeurd. Ik ben het zelf gaan toepassen in mijn eigen werk: in onze online tool voor task management houden we niet alleen bij aan welke projecten we werken, maar ook welke projecten vroegtijdig zijn stopgezet. Bij elke post voegen we in één zin toe welke les we eruit leerden. ‘We moeten onze aanpak van procesbegeleiding in het begin duidelijker formuleren.’, ‘We mogen trajecten weigeren als we aanvoelen dat onze visie niet overeenkomt.’ of ‘Soms klikt het niet met een team. Dat is oké. We moeten dat zo snel mogelijk benoemen, zodat het niet ongemakkelijk wordt en we een oplossing kunnen zoeken.’

Waarom falen lesgevers niet graag?

Fouten maken is voor veel docenten heel lastig. In het onderwijs werd veel onderzoek gedaan naar de oorzaak daarvan. Aan de ene kant identificeren veel lesgevers zich met hun beroep op een manier die voor bijvoorbeeld IT-ers onbekend is. Zo werken veel softwareontwikkelaars met een SCRUM-methode, die hen toelaat met kleine feedbackloops te werken. Hun werk wordt voortdurend opgevolgd, geëvalueerd en aangepast. Als een IT-er zijn eigenwaarde van die feedback zou laten afhangen, is die binnen de kortste keren uit door stress en burn-out. Die feedback gaat echter niet over wie de ontwikkelaar is, maar of wat die gemaakt heeft, werkt. Bij docenten ligt dat net iets anders. Wat jij doet ligt heel nauw bij wie jij bent. Als een les of opleiding om welke reden dan ook mislukt (bv. leerders vallen af, behalen zwakke resultaten, geven je een negatieve beoordeling …), komt dat heel dichtbij. Professor Geert Kelchtermans (2003) spreekt over het professioneel zelfverstaan als het subjectieve idee of je een goede leraar bent, dat enerzijds afhangt van je zelfbeeld, je zelfevaluatie, je motiverende factoren en je toekomstperspectief en anderzijds je eigen taakopvatting. 'Wat moet ik doen, hoe moet ik dat doen en waarom?’ (ook wel je subjectieve theorie genoemd). Dat maakt de lesgever heel kwetsbaar: je maakt elke dag keuzes en onderneemt actie zonder met zekerheid te weten dat het een succes zal zijn.

In onderwijs en learning and development is er een steeds grotere wens om evidence informed te werken en de effecten van methoden te meten. Meten is immers weten. Blended leren biedt veel opleiders de kans om die effecten met data te staven: leerplatformen geven je de mogelijkheid om via foutenanalyses te weten wat een leerder kan en via digitale assessments of er groei is en of een groep de leerdoelen bereikt heeft. Ik geloof erin dat hier kansen liggen om aan kwaliteit te werken. Aan de andere kant maakt het de opleider kwetsbaar, want nu heeft die een verantwoording af te leggen wanneer een resultaat ondermaats is. Kelchtermans argumenteert dan ook - zeer terecht! - dat lesgeven altijd kwetsbaar is, omdat geen enkele methode een 100% garantie op succes heeft. Of een ingreep werkt is altijd een beetje gokken en zelfs als we ontzettend evidence bases keuzes maken, kan een leerder uitvallen of niet tot leren komen. Er is dus geen ontkomen aan: kwetsbaarheid maakt structureel deel uit van elke pedagogische relatie. Want die is nooit helemaal voorspelbaar, inzichtelijk of stuurbaar.

Allemaal goed en wel, denk je misschien. Maar als ik faal, heeft dat wel grote gevolgen. Dat klopt: een softwareontwikkelaar die een fout programmeert zal die in de eerste test ontdekken en kunnen rechttrekken. Een docent die het contact met haar leerder verliest, of onvoldoende feedback kan geven, of die een groep niet over de streep trekt, heeft een grotere impact. Het doet pijn. Toch wil ik in deze blog aanmoedigen om kleine foutjes deel te laten uitmaken van het leerproces, van jezelf en je leerders. Zo kan je jezelf de vraag stellen hoe jij je leerders aanleert hoe ze een mail moeten opstellen. De kans is groot dat je hieraan dacht;

  • Ik geef enkele voorbeeldmails.
  • Ik biedt een stappenplan aan.
  • Ik werk met ondersteunende hulpmiddelen, zoals een schrijfkader en een spellingchecker.
  • Ik geef tussentijdse feedback.
  • Ik geef de leerders verschillende schrijfkansen.

Maar hoe leren jij en je collega’s hoe je je lessen via e-leren kan vormgeven? Misschien kreeg je ooit een workshop, maar is dat voldoende? Net zoals de leerder die een eerste draft van een mail maakt en met jouw feedback een betere versie schrijft, zo heb jij ook recht op eerste versies, feedback voorbeelden, stappenplannen, hulpmiddelen en kansen. Wanneer een taalleerder een fout maakt, zijn we de eersten om te verzekeren dat fouten deel uitmaken van het leerproces. Net door die fouten zien we wat we nog te leren hebben. Dat geldt ook voor docenten.

Hoe maken we falen deel uit van onze leercultuur?

Hoe kunnen we fouten maken - én eruit leren - aanmoedigen? Hieronder enkele ideetjes.

  1. Organiseer een Fuck-Up Night.

Katja Schipperheijn verwijst er al naar in haar blog over positieve rebellie: vier je fuck-ups.  In 2012 organiseerde een groep Mexicaanse ondernemers hun eerste Fuck-Up Night, een soort van TED event waarin mensen hun grootste mislukking kwamen delen. Het idee ontstond uit frustratie over het feit dat we steeds opkijken naar mensen die het gemaakt hebben, maar weinig leren uit oprechte verhalen van mislukte dromen en projecten. Deelnemers geven aan dat het mensen toestaat elkaar beter te leren kennen en op een dieper niveau een connectie te maken. Dus wat als je niet alleen je successen vierde, maar ook af en toe ruimte maakte voor de fuck-ups van de maand. Een mail die je per ongeluk naar het hele team stuurde in plaats van naar je naaste collega, de webinar die niet kon doorgaan omdat je een verkeerde link stuurde, het filmpje waar je je blooper uit vergat te knippen … Zo erg is dat allemaal niet en vooral: je staat daar niet alleen in! Je kan alvast beginnen bij deze mooie compilatie door de mensen van De Wereld van Sofie (Radio 1).

  1. Maak een succes- en een leermuur

Een heel eenvoudige oefening op het einde van een trimester of semester, is de succes- en leermuur. Laat mensen hun vijf grootste successen noteren op post-its en plak die op de ene muur. De andere muur is voor de vijf leerscholen uit mislukte projecten. Klinkt dat te hard? Laat mensen dan zinnen aanvullen als:

  • Deze periode ben ik trots op …
  • Deze periode leerde ik dat …

Mensen leren het meeste uit hun mislukkingen, dus je zal zien dat bijna automatisch de foutjes hier naar boven komen. Belangrijk is om het eigenaarschap daarin te duiden. Zo probeert de facilitator bij het lezen van de post-its vragen te stellen die terugkeren naar de verantwoordelijkheid van de teamleden. Een zin als: ‘Ik leerde dat sommige cursisten hun instructies niet goed lezen.’ keer je dan om naar: ‘Wat leerde jij als opleider over hoe je je instructies beter kan formuleren, of hoe je je cursisten beter kan ondersteunen?’

Soms helpt het als mensen daarbij hun agenda of zelfs foto-app mogen gebruiken. Anders is de kans groot dat ze uit recency bias (nl. het feit dat je meer belang hecht aan wat recent gebeurde) niet diep genoeg graaft. Niets zo leuk om nog eens terug te keren naar de foto’s van een leuke uitstap of project en niets zo bevrijdend om eens samen te lachen met de foutjes onderweg.

  1. Hou het klein: een wekelijkse check-in en check-out

Soms hoeft het ook niet groot te zijn. Heb je een Slack- of Teamschat met je collega’s? Stel er eens aan het begin van de week een vraag: “Wat is jouw belangrijkste doel deze week?” Geef het goede voorbeeld en deel jouw doel, dat werkgerelateerd maar evengoed persoonlijk kan zijn. Sluit de week af met een check-out: “Heb je je doel bereikt? Zo ja, proficiat! Zo niet, wat leerde je daaruit?” Het creëert een cultuur waarin we niet alleen aan elkaar mogen vertellen hoe goed we bezig zijn, maar ook waar we ons kwetsbaar op voelen, zonder dat het een negatieve praatbarak wordt. Want we falen allemaal, laten we vooral vooruit falen.

Ik sluit graag af met een mooi citaat van actrice Jameela Jamil. “Het feit dat je faalde, betekent dat je iets probeerde waar je geen garantie van had dat het zou lukken. Ik vind dat moedig! De enige mislukking volgens mij, is het niet eens proberen.”

Foto van Lisa Verhelst
Lisa Verhelst
31 mei 2024