ADDIE, ASSURE, SAM of KEMP? Welk instructional designmodel kies je voor e-leren?
‘Instructional design’, of instructie-ontwerp, is de manier waarop je leren vormgeeft. Een instructional designmodel (of instructie-ontwerpmodel) is een hulpmiddel om je opleidingsmateriaal te ontwikkelen. Het geeft structuur aan je opleidingsmateriaal.
Je cursisten begrijpen op die manier beter waarom ze iets moeten leren. Een ontwerpmodel helpt je om in stappen je trainingsmateriaal te ontwerpen. Het biedt ook richtlijnen om je training te laten voldoen aan je leerdoelen.
Er bestaan verschillende modellen voor instructional design: ADDIE, ASSURE, SAM en KEMP. Het is onmogelijk om een ideaal, allesomvattend model te vinden. Combineer de sterktes en zwaktes van de verschillende modellen. In de informatie op het Infopunt E-leren gebruiken we het ADDIE-model als basis. Dat is het meest voorkomende model. Maar we vullen het waar nodig aan met aandachtspunten en sterktes van andere modellen.
Het ADDIE-model
Het meest gebruikte model om leertrajecten te ontwerpen, is het ADDIE-model (Florida State University). Met het ADDIE-model overweeg je zorgvuldig alle elementen die leiden tot een beter leerresultaat.
ADDIE staat voor:
- Analyse (analyseer)
- Design (ontwerp)
- Develop (ontwikkel)
- Implement (implementeer)
- Evaluate (evalueer)

Analyse - Analyseer
Hoe analyseer je de variabelen waarmee je bij je cursusontwerp rekening moet houden, zoals de voorkennis van je cursisten en de beschikbare leermiddelen?
Design - Ontwerp
Hoe identificeer je je leerdoelen en ontwerp je je materiaal? Dit onderdeel bevat bijvoorbeeld een beschrijving van de inhoudelijke elementen die je wilt behandelen. Het kan ook een storyboard omvatten dat toont wat je behandelt in tekst-, audio, of videoformaat. Je beslist hier welke technologie je kiest en hoe je die wilt gebruiken: LMS, video, sociale media, …
Develop - Ontwikkel
Hoe creëer je inhoud? Hoe beheer je goedkeuring van auteursrechten? Laad je inhoud op in een website of learning-managementsysteem?
Implement - Implementeer
Hoe geef je je cursus? Geef je vooraf een opleiding? Brief je het ondersteunende personeel? Hoe evalueer je je cursisten?
Evaluate - Evalueer
Hoe verzamel je feedback en gegevens om te zien waar je je cursus moet verbeteren? Die informatie helpt je om het ontwerp, de ontwikkeling en implementatie van je cursus aan te passen.
Wat zijn de zwakke punten van het ADDIE-model?
Het ADDIE-model heeft een watervalbenadering: de stappen (analyse, ontwerp, ontwikkeling, implementatie en evaluatie) volgen elkaar in een vaste volgorde op. Veel organisaties kiezen voor het ADDIE-model, maar de vaste opeenvolging van stappen zorgt ook voor uitdagingen:
- Lange ontwikkelingstijd: soms valt een project stil in de ontwikkelingsfase, omdat er nieuwe eisen opduiken. Het vraagt veel tijd om je cursus dan te herwerken.
- Te veel detail: omdat je je processen en planning vastlegt, is het moeilijker om creatief te zijn of je ontwerp aan te passen.
- Tijdrovend: het ADDIE-model vraagt veel analyse en dus tijd, onder andere omdat je telkens moet evalueren en testen.
- Communicatieproblemen: je uitleg en storyboards zijn voor interpretatie vatbaar. Bovendien krijgen je stakeholders laat in de ontwikkeling een versie van het project te zien. Je weet dan pas of jouw visie overeenkomst met die van hen.
- Geen tijd voor testen: de testfase is vaak de fase die wordt overgeslagen wanneer er geen tijd of budget meer is. Maar als je je ontwerp niet test, loop je de kans dat het niet werkt.
Kritiek op het ADDIE-model leidde tot andere modellen, zoals ASSURE, SAMP en KEMP, die de nadelen van ADDIE opvangen.
Het ASSURE-model
Het ASSURE-model (Heinrich & Molenda) zorgt voor effectiever lesgeven en leren. Het is erg geschikt voor blended learning.
ASSURE staat voor:
- Analyse learners (analyseer de cursisten)
- State standards and objectives (definieer standaarden en doelstellingen)
- Select media (selecteer media)
- Utilize technology, media and materials (gebruik technologie, media en materialen)
- Require learning participation (vereis deelname van de cursisten)
- Evaluate and revise (evalueer en herwerk)

Analyse learners – Analyseer de cursisten
In deze fase bestudeer je je cursisten voor je een strategie ontwerpt. Hou rekening met hun vaardigheden, voorkennis, houding, leeftijd, interesses, …
State standards and objectives – Definieer standaarden en doelstellingen
Je doelstellingen moeten duidelijk en degelijk zijn. De lesgever geeft aan wat de cursist uiteindelijk moet kunnen als resultaat van de cursus. Het doel moet duidelijk zijn, zowel voor de lesgever als de cursist.
Select media – Selecteer media
Kies media en materiaal, zoals geluid, afbeeldingen, animaties en video’s, die zorgen voor leerresultaat. Deze fase in het ASSURE-model is erg belangrijk voor e-learning.
Utilize technology, media and materials - Gebruik technologie, media en materialen
Plan hoe je technologie, media en materiaal gaat gebruiken.
Require learning participation - Vereis deelname van de cursisten
Je moet weten hoe je je cursisten wilt betrekken bij het materiaal, zowel in groep als individueel. Stimuleer bijvoorbeeld groepsdiscussie of vraag dat je cursisten thuis vragen en opmerkingen voorbereiden.
Evaluate and revise - Evalueer en herwerk
Evalueer de impact van je cursus op je cursisten. Stel jezelf de volgende vragen:
- Voldeed de les aan de leerdoelen?
- Kan je je les verbeteren? Hoe?
- Koos je de juiste media en materialen? Hoe beoordeel je hoe doeltreffend ze waren?
- Zouden andere technologie, media of materialen voor een beter leerresultaat zorgen?
Wat zijn de sterke punten van het ASSURE-model?
- Afgestemd op de cursist: ASSURE is een model dat de cursist centraal zet. Dat helpt om je programma af te stemmen op hun noden. Het zorgt ervoor dat je inhoud en doelstellingen het leren bevorderen.
- Gebruik van technologie: het ASSURE-model is uniek omdat het technologie en media integreert. Daardoor maakt het leermiddelen plannen en aanleveren gemakkelijker. Het voordeel van geïntegreerde technologie is bewezen. De kans is dus groter dat je cursisten meer informatie voor langere tijd onthouden.
- Duidelijke leerdoelen: dankzij het ADDIE-model formuleer je goede leerdoelen, omdat je rekening houdt met je publiek, hun gedrag, de voorwaarden en de mate waarin ze de inhoud moeten beheersen.
Wat zijn de zwakke punten van het ASSURE-model?
- Gericht op academische setting: ASSURE staat bekend om zijn sterk academische focus. Critici zeggen dat het model moet worden aangepast om beter aan te sluiten bij een professionele setting.
- Smalle reikwijdte: het ASSURE-model beperkt zich tot een enkele les, module of onderwerp.
- Tijdrovend: lessen maken met ASSURE-model kan tijdrovend zijn, omdat je voortdurend je cursisten bevraagt, doelstellingen bepaalt en kiest welke technologie je integreert.
Het SAM-model
Het Successive Approximation Model of SAM-model (Allen) is een recent model geïnspireerd op softwareontwikkeling. Het gaat uit van een cyclisch proces van voortdurende verbetering door productversies (alpha, beta, gold). Het heeft als doel om te zien waar je middelen en energie moet inzetten om je lesmateriaal te ontwikkelen.

Preparation phase (voorbereidingsfase)
In de voorbereidingsfase verzamel je alle informatie voor het project. De inhoud en omvang van die fase varieert, afhankelijk van je cursus. Aan het einde van de voorbereidingsfase heb je een ‘Savvy Start’, een moment dat brainstormen, schetsen en prototypen aanmoedigt. Daarin betrek je zoveel mogelijk partijen: collega’s, adviseurs en cursisten.
Iterative design phase (iteratieve ontwerpfase)
In de ontwerpfase ontwerp je je materiaal en maak je prototypes. Het is namelijk gemakkelijker om feedback te geven op een product dat al bestaat, dan op een idee. Je stakeholders evalueren de prototypes. Daarna heb je de mogelijkheid om je materiaal diepgaand te testen en te herzien.
Iterative development phase (iteratieve ontwikkelingsfase)
In de laatste ontwikkelingsfase ontwikkel je een afgewerkt prototype en implementeer je het. Zodra je prototype in gebruik is, evalueer je het. Als dat nodig is, organiseer je opnieuw een ontwikkelings- en implementatiefase.
Wat zijn de sterke punten van het SAM-model?
Het SAM-model is een wendbaar (agile) model. Het is iteratief: er is een cyclus voor elke ontwikkelingsstap. Daardoor stem je je product goed af op de noden van de cursist. Wijzigingen voer je door zonder tijd en geld te verspillen. Daardoor heb je meer flexibiliteit in het gebruik van je leermiddelen tijdens de ontwikkeling.
Wat zijn de zwakke punten van het SAM-model?
Het SAM-model past goed bij de behoeften van e-leren, maar het mist een specifieke stap waarin je de keuze van technologie overweegt. Die zou idealiter samengaan met je keuze voor een pedagogische strategie. Dat vereist voldoende zorg en aandacht van een techno-pedagogisch ontwerper.
Om het SAM-model effectief in te zetten, moeten alle partijen vanaf de aanvang betrokken zijn en nauw samenwerken. Dat vraagt veel communicatie en planning.
Het KEMP-model
Het KEMP-model is gelijkaardig aan het ADDIE-model, maar het gaat ervan uit dat een curriculum altijd in ontwikkeling is. Dat is geen lineair proces, maar het heeft continue evaluatie en bijstelling nodig. De bedenkers van het KEMP-model vinden het belangrijk dat je de cursist centraal stelt.
Het KEMP-model is erg flexibel. Het is meer een richtlijn dan een model. Het benoemt de verschillende onderdelen in een curriculum en helpt je om die uit te werken. Daardoor ben je snel aan de slag en stel je al doende je programma bij.

De negen basiselementen van het KEMP-model zijn:
- Instruction issues: de specifieke doelstellingen bepalen en mogelijke instructieproblemen identificeren.
- Learners characteristics: kenmerken van de cursisten identificeren waarmee je rekening moet houden tijdens het planningsproces.
- Task analysis: de inhoud van de cursus en de voorgestelde taakcomponenten in relatie tot de doelen van de cursus verduidelijken.
- Instructional objectives: instructiedoelen en gewenste leerresultaten definiëren.
- Content sequence: ervoor zorgen dat de inhoud van elke onderwijseenheid opeenvolgend en logisch gestructureerd is.
- Learning strategies: instructiestrategieën ontwerpen om individuele cursisten in staat te stellen zich de inhoud eigen te maken en de gewenste leerresultaten te bereiken.
- Message design: de instructieboodschap en de geschikte manier van overbrengen plannen.
- Instructional delivery: geschikte middelen kiezen om het onderwijs en de leeractiviteiten te ondersteunen.
- Evaluation instruments: evaluatie-instrumenten ontwikkelen die geschikt zijn om de vorderingen van de cursisten bij het bereiken van de doelstellingen van de cursus te meten en te beoordelen.
Wat zijn de sterke punten van het KEMP-model?
Het KEMP-model heeft een holistische aanpak, die alle elementen van de leeromgeving in rekening neemt. Het focust sterk op de leernoden en de doelen, maar legt ook de klemtoon op ondersteuning. Het KEMP-model geeft instructieontwerpers veel flexibiliteit, omdat ze het ontwerpproces kunnen beginnen met elk van de negen componenten. Ze moeten dus niet lineair werken. Bovendien heeft het model oog voor de technologiecomponent.
Wat zijn de zwakke punten van het KEMP-model?
De sterktes van het KEMP-model zijn ook de zwaktes. Het ontwerpen is een intensief proces, omdat je alle basiselementen steeds opnieuw bekijkt.
Het geeft veel flexibiliteit, maar maakt het moeilijk om de precieze aanpak te bepalen. Het is dan ook een model dat meer geschikt is voor gevorderde instructional designers.